De afgelopen paar honderd jaar zijn er veel belangrijke ontwikkelingen in de geschiedenis geweest die hebben bijgedragen aan een grotere nadruk op ratio. De Verlichting, die plaatsvond in de 17e en 18e eeuw, was een intellectuele beweging waarin rationeel denken, wetenschap en rede werden geprezen als bronnen van kennis en waarheid. Dit markeerde een belangrijke verschuiving van religieuze en traditionele autoriteiten naar redenering en observatie als leidende principes.
De industrialisatie en technologische vooruitgang in de 19e en 20e eeuw brachten ook veranderingen teweeg in de manier waarop mensen de wereld benaderen. Wetenschappelijke ontdekkingen en technologische vooruitgang versterkten het geloof in de kracht van de menselijke geest en rationaliteit. Deze ontwikkelingen hebben geleid tot een grotere waardering voor logica, analyse en feitelijke informatie.
Inkoop- En hUwElijkslogica
Binnen mijn vakgebied van inkoop- en contractmanagement merk ik dat er, met name in de publieke sector, collectief veel houvast gevonden wordt in feiten. We willen onze keuzes graag objectief maken.
Echter feiten zijn zwart-wit en kennen weinig emotie of verhaal. Feiten kunnen watermeloenen zijn. Groen van buiten, maar rood van binnen. KPI’s kunnen op groen staan, maar de tevredenheid onvoldoende ervaren. Kwestie van de foute KPI misschien? Ik denk in veel gevallen wel. Of onvoldoende ruimte voor gevoel… Ik zie het een beetje als een “foute” tell-sell reclame. Je wordt overdonderd met “feiten”, maar ergens voel je dat het niet helemaal klopt.
Samenwerkingen en contracten worden metaforisch gezien wel eens vergeleken met een huwelijk. Het “selecteren” van je huwelijkspartner is zelden een beslissing op ratio. Als hier een beoordelingsmatrix aan te pas komt zal er vreemd worden opgekeken. Echter met een scheidingspercentage van 40% gaat het erg vaak niet goed, dus mogelijk is een iets rationelere afweging van je echtgenoot toch niet zo’n slecht idee.
RUimtE voor gEvoEl
Ik probeer me wel eens voor te stellen hoe een keuze op basis van gevoel binnen aanbesteden eruit kan zien binnen inkoop. Binnen het aanbesteden (nog) ondenkbaar en lijkt dit steeds verder weg. Maar ergens ook vreemd. Naast een positieve klik, kan een negatieve klik ook impact hebben. Denk even aan de watermeloen. Een perfecte inschrijving, maar bij een verificatie slaat de vonk geheel niet over en ontstaan bedenkingen. Een lastig vertrekpunt, waarbij het wantrouwen aan de start van een samenwerking geen goede voedingsbodem is.
Mogelijk kun je procedureel niet anders dan dit te accepteren en de opdracht te gunnen. Ik ervaar echter dat het uitspreken van dat gevoel toch van belang is om op tafel te leggen. Het niet benoemen kan namelijk leiden tot een oneerlijke start en conformation bias. Het onderhuids laten zitten laat je mogelijk zien wat je verwacht te gaan zien. Dit geldt zowel voor opdrachtgever als opdrachtnemer overigens. Soms lijkt een gevoel subjectief en moeilijk te kwantificeren. Waarbij ik overigens denk dat het wel mogelijk is, maar we het vooral lastig vinden bepaalde gedragingen of zaken van de ander uit te spreken.
Het uitspreken van een eventueel gevoel in een samenwerking is volgens mij (vooralsnog) de manier om meer gevoel in de aanbesteding te leggen en dit een plek te geven. Dat het gevoel er is, is een feit. Dus voor nu wint alsnog de ratio…
Zelf zie ik veel waarde en belang in objectiviteit binnen inkoop & contractmanagement. Echter probeer ik mijzelf vaker de vraag te stellen: “Kan het tegenovergestelde ook waar zijn?” Ik ben benieuwd of er andere inzichten zijn ten aanzien van gevoel binnen aanbesteden. Welke experimenten zijn er mogelijk als geweest? Wie heeft dit succesvol ingezet?
De titel klinkt misschien wat vreemd. Toch houdt dit mij bezig als ik kijk naar strategische samenwerking tussen organisaties.
De term gelijkwaardigheid houd mij bezig in samenwerken. Gelijkwaardigheid legt minder de nadruk op een vergelijk. Een vergelijking zet zaken ten opzichte van elkaar en heeft daarmee een potentie van "minderwaarde" in deze context. Vergelijking zorgt voor een disbalans in samenwerking. Vergelijking geeft je de reële kans om je boven, onder of tegenover de ander te plaatsen. Het legt de nadruk op het verschil en de dualiteit. Een non duale benadering gaat meer uit van eenheid en verbondenheid en is een prima voedingsbodem voor samenwerking tussen mensen en organisaties. Ik probeer dit inzicht steeds meer in mijn dagelijkse praktijk van inkoop en samenwerking te verenigen. Hoe creëer ik een gelijkwaardig klimaat, waarbij de verantwoordelijkheid in de rol als opdrachtgever genomen wordt?
Uiteraard zijn we niet allemaal gelijk en zijn er veel verschillen tussen mensen (en dus organisaties) en hebben we niet allemaal dezelfde rol. Het is echter maar hoe je het bekijkt of je meer verschillen of meer overeenkomsten ziet. Een opdrachtgever wil een zo laag mogelijke prijs, een opdrachtnemer wil een zo hoog mogelijke prijs, echter beiden willen ze succesvol zijn. Een opdrachtgever een hoge aansprakelijkheid bij opdrachtnemer en een opdrachtnemer een lage aansprakelijkheid, beiden willen ze echter risico’s beheersen. Je hebt een keuze hoe je de dingen ziet…
Verder heb ik de overtuiging dat alles wat je aandacht geeft zal groeien. Geef je verschillen aandacht, dan ga je verschillen zien en zullen deze groter worden of in aantal toenemen. Geef je de overeenkomsten aandacht, zullen deze groter worden en ga je sneller tot een eenheid van belangen komen. Met deze aandacht zijn we in staat de ander ook op een volwaardige manier te zien. In volle waarden… op deze waarden zullen zich op een dieper niveau ook meer gelijkenissen aftekenen.
Vertrouwen en transparantie zijn begrippen die ik vaker hierin hoor en zelf ook gebruik, maar zich in het gedrag manifesteren. Op papier aansprekend, maar ontastbaar. Het zijn echter naar mijn beleving intenties van waaruit wij kunnen handelen (en gedrag dus zichtbaar wordt). Het is een positie van waaruit je acteert en als logisch effect heeft dat de ander op natuurlijke wijze hierin mee beweegt, ook indien de ander vanuit een andere positie vertrekt. Een uitgestoken hand zal sneller leiden tot een bevestigende reactie van de ander dan een hand in een zak, waarvan de intentie onduidelijk is… In de meeste culturen wordt de handdruk beschouwd als een teken van gelijkwaardigheid.
De beweging van inkoop naar incorporeren verdient wat toelichting. De betekenis van incorporeren gaat uit van inlijven, opnemen of onderdeel maken van. Ik bedoel met incorporeren niet het opnemen van de één door de ander, maar incorporeren in het hoger belang wat we nastreven. Ook een opdrachtgever dient zich hierin over te geven aan het grotere geheel willen we een maximaal potentieel ontsluiten. (Ik kies bewust voor incorporeren, omdat dit jouw aandacht hoop ik eerder trekt dan een veelgebruikt “samenwerken” en omdat de woorden inkoop en incorporeren veel op elkaar lijken qua letters maar een andere betekenis hebben😉)
Bij het vinden en vooral behouden van samenwerkingspartners die grote invloed hebben op ons eigen succes is een gelijkwaardige benadering onlosmakelijk verbonden met het potentiële resultaat. De ander zien, waarderen en inzetten op zijn kracht en expertise is hierin de kans die we meer moeten leren te benutten. Ik merk hierbij dat ik op een brug loop die nog in ontwikkeling is voor mijzelf, mijn collega’s/opdrachtgevers en opdrachtnemers. We zijn onderweg hoewel we soms nog houvast nodig hebben van de oever waarvan we vertrokken zijn. Gaandeweg vormen zich steeds betere constructies die deze brug stabiliteit geven. Lerenderwijs bouwen we hem af.